Oppervlak bepalen en als kostenreferentie
Op deze (en sub)pagina
Voorbeelden en uitwerkingen als hulp en ter inspiratie
xx
xx
Oppervlakte-benamingen
Op hoofdlijnen wordt onderscheid gemaakt in de hierna genoemde oppervlakte-benamingen.
Het is een voorlopige indeling en benaming
Het is vooral als eerste handreiking voor het duiden (identificeren) en groeperen van ruimtensoorten t.b.v. regisitratie
Voor de bepalingsmethode van het oppervlak, zie hierna.
Gebruiks-oppervlak
Direct voor de bedrijfsvoering; kantoren, leslokalen
Indirect voor de bedrijfsvoering; restaurant, toiletten, verkeersruimten
Technische ruimten, incl. gebouwgerichte opslag
Frictie-oppervlak
Oppervlak van ruimten die beschikbaar zijn voor tijdelijk gebruik i.v.m. verhuizingen, verbouw, onderhoud, e.d.
Overbodig oppervlak
Oppervlak van ruimten die niet (meer) nodig zijn.
Met name dit overbodige oppervlak leidt tot in-efficiëntie; immers wel kosten, geen gebruikers, geen 'inkomsten'.
Tarra oppervlak
Zie NEN 2580
Functioneel Netto oppervlak [definitie]
Het Functioneel Netto oppervlak [FNm2] is het vloeroppervlak van de ruimt(n) die onder de classificatie 'Functioneel oppervlak' vallen op basis van hun ruimtefunctie.
Toelichting Functioneel Netto oppervlak
De classificatie kan per branche en/of toepassing verschillen
De klasse 'Functioneel Netto oppervlak', waaronder dus meerdere ruimtefuncties vallen is/wordt vaak gekoppeld aan een huisvestingsnorm.
Functioneel Netto Oppervlak [FNm2] in het Hoger Onderwijs
In het Hoger Onderwijs (Universiteiten en HBO) wordt deze FNm2-term nog gebruikt.
De definitie (wat daar wel of niet onder valt) verschilt echter van de NEN 2580.
Voor de liefhebbers, deze FNm2 is destijds vastgelegd in de RUMHBO'N [Ruimtebehoeftemodel HBO Nederland, 1990].
FNm2 als referentie voor Hoger Onderwijs
Hieronder vallen:
Lokalen en werkplaatsen
Kantoren
Kleedruimte t.b.v. onderwijsactiviteit
Onderwijsspecifieke -opslag en -ICT voorzieningen.
Niet:
Sanitair
Verkeersruimten
Ruimte voor algemene gebouw-installatie's en ICT
Opslag voor gebouwbeheer
Bepalingsmethode oppervlak
Zie NEN 2580 Oppervlakten en inhouden van gebouwen.
Bepalingsmethodiek oppervlak voor Ruimtemanagement
De bepalingsmethode van het oppervlak volgens NEN 2580 is op enkele punten aangepast voor Ruimtemanagement:
De afmetingen worden vanuit kostenoogpunt en doelmatigheid:
primair bepaald uit digitale (polylijn) tekeningen- en datasets
de afwijking met de werkelijke situatie wordt als nihil beschouwd.
bij ernstige twijfel wordt 'ter plaatse in het werk' gemeten. Zonodig wordt daarop de tekeningen- en datasets aangepast.
Een ruimte in een ruimte wordt als 2 aparte ruimten gezien.
De oppervlakken worden -per ruimte- bepaald o.b.v. de NEN 2580 met als aanpassingen:
Wél meegerekend:
de oppervlakte van delen van vloeren, waarboven de netto-hoogte kleiner is dan 1,5m1.
Dit geeft inzicht in schoonmaak- en vervangingsoppervlak.
De liftvloer wordt alleen op de begane grond ‘meegerekend’; dus éénmalig tbv schoonmaak- en vervangingsoppervlak.
De hoogtegrens van 1,5m is ingesteld voor bepaling oppervlak in relatie tot de mensgerichte gebruiks- en handelswaarde. Binnen ruimten voor de (semi)overheid, onderwijs en zorg gelden andere gebruikswaarden.
Bij kelders en onder trappen is de gebruiksfunctie veelal opslag of verkeersruimte en derhalve niet relevant.
Bij kleine of krappe zolderruimten worden aan te krappe ruimte geen belangrijke functie toegewezen.
Niet meegerekend:
Lucht (waar je geen voet op kan zetten); trapgat, schalmgat of vide
Een vrijstaande bouwconstructie (niet zijnde een trap) indien het oppervlak groter dan of gelijk is aan 0,5m2;
Een leidingschacht met een oppervlakte groter dan of gelijk is aan 0,5m2
Een (binnen)wand ongeacht het materiaal.
Bruto Vloeroppervlak [BVOm2]
Zie NEN 2580
Oppervlak als rekeneenheid voor kosten
In de huisvesting is het gebruikelijk om de huisvestingskosten direct te relateren aan het oppervlak.
Oftewel als simpele toepassing: de kosten worden gedeeld door het oppervlak.
Het voert voor nu en hier te ver om de nuancering daarbinnen te duiden.